Vandaag is het dankdag. We zijn dankbaar voor christelijk en passend onderwijs in Nederland. Voor gemotiveerde en geschoolde leerkrachten en personeel die zich inzetten voor de klas, het individu en de school. Ieder jaar ontwikkelen kinderen zich verder en leren meer en meer. Niet overal is dat zo, vandaar dat we op dankdag aandacht vragen voor de onderwijssituatie in Papoea en voor het project ‘onderwijs voor iedereen’. Voor pabo-studenten die wel willen, maar worstelen met hun eigen achtergrond, financiën en gezondheid. Hoe gaat Karunia daarmee om? In dit artikel leggen we het uit.
Rosmina Wetipo is zesdejaars student Engels aan de Pabo in Wamena, Papoea, Indonesië. Zij legt uit hoe hij haar collegegeld krijgt: “Mijn vader stierf toen ik een kind was. Ik heb daarom altijd bij mijn moeder gewoond, samen met een mijn broer en zus. Sinds de middelbare school verdien ik mijn eigen geld door in de tuin te werken. Doordat ik soms niet genoeg geld had of doordat er andere problemen waren, heb ik soms niet kunnen studeren. Daarom ben ik ondertussen aan al aan het zesde jaar van mijn studie bezig. Vlak voor het begin van dit schooljaar ben ik twee maanden ziek geweest, waardoor ik dus niet kon werken om mijn collegegeld te kunnen betalen. Nadat ik hersteld was, werd mijn broer ziek en moesten er kosten gemaakt worden. Daardoor had ik bijna geen geld meer. Gelukkig krijg ik nu een aanvullende studiebeurs van de hogeschool en hoop ik dit jaar mijn studie af te kunnen ronden.”
“Nadat ik hersteld was, werd mijn broer ziek en moesten er kosten gemaakt worden. Daardoor had ik bijna geen geld meer.”
Sinds 2001 is Karunia foundation werkzaam in het binnenland van Papoea om daar door het opleiden van leerkrachten bij te dragen aan beter onderwijs. De meeste kinderen in Papoea krijgen namelijk nauwelijks les omdat de meester of juf vaak verstek laat gaan. Zodoende groeit er een hele generatie jonge Papoea’s op met weinig perspectief. Op onze hogeschool leiden we Papoea-studenten op met een hart voor kinderen. Studenten krijgen niet alleen een gedegen opleiding tot leerkracht, maar worden gevormd om vanuit hun christelijk geloof tot zegen te zijn voor hun naaste.
Sablambu Kelnea is tweedejaars student Engels en vertelt: “Mijn ouders werken als boer in mijn dorp. We zijn thuis met acht broers en zussen, ik ben het vierde kind. Vier van mijn broers en zussen zijn overleden. Tot nu toe betaalde mijn moeder mijn schoolgeld met de opbrengst van haar werk in de tuin. Mijn moeder is in 2020 overleden toen ik op school zat. Nadat mijn moeder stierf, heb ik bij een nicht gewoond. Die gaf mij soms wat geld, maar niet altijd.”
Sablambu: “Daardoor kon ik vaak niet naar school. Als ik wat geld had, kon ik een tijdje lessen volgen. Maar wanneer er geen geld was, kon ik dus niet naar school. Het is moeilijk om geld aan familie te vragen, want zij zijn ook arm. Daarom ben ik erg blij dat ik nu een studiebeurs heb gekregen, zodat ik op deze hogeschool kan blijven. Ik wil graag blijven studeren zodat ik terug kan naar mijn dorp om mijn familie en de mensen daar te helpen.”
Onze studenten komen voor 95% uit het binnenland van Papoea. Ze komen vaak uit gebroken gezinnen en hebben in hun leven al veel meegemaakt. Het is daarom niet vanzelfsprekend dat ze gedurende vier jaar hun studiegeld kunnen betalen. Dat zorgt ervoor dat studenten soms voor langere perioden hun studie moeten onderbreken of zelfs helemaal moeten stoppen. Dat is jammer, want veel van onze studenten zijn erg gemotiveerd om een goede meester of juf te worden. Ze weten zich door God geroepen om door middel van goed onderwijs hoop te bieden voor de jonge generatie Papoea’s.
Door middel van het project ‘onderwijs voor iedereen’ helpen we zulke studenten met een aanvullende beurs.
Eind juli begon het nieuwe schooljaar. Voordat studenten toegelaten worden tot de lessen en het internaat, moet eerst het studiegeld voor de komende periode worden voldaan. Wanneer studenten niet in staat zijn om dit te voldoen, kunnen ze zich melden bij hun mentor. De mentor probeert er samen met de student achter te komen wat de achtergrond van betalingsproblemen zijn en welke oplossingen er zijn. Vaak speelt de weinig stabiele economische situatie van de familie een rol, waardoor studenten het ene jaar hun studie wel kunnen betalen, maar het volgende jaar plotseling in de problemen komen.
Wanneer een mentor vast heeft gesteld dat een student met goede reden beroep doet op de hulp van de school, wordt de leerling aangemeld bij de verantwoordelijke van het studiebeurzenprogramma. Samen met de student wordt vastgesteld hoeveel een student zelf kan bijdragen. Het uitgangspunt is altijd dat een student zich echt inzet om zelf een deel van het geld bij elkaar te brengen. Wanneer een student een aanvullende beurs krijgt, geldt het principe ‘voor wat hoort wat’. Dat betekent dat er wordt gekeken wat zo’n student terug kan doen voor de school, bv. door te helpen bij het onderhoud, het schoonhouden van de gebouwen of het geven van les aan kleine groepjes kinderen uit de omgeving. Er wordt altijd naar een passende taak gezocht.
Afgelopen juli zijn er twaalf studenten aangemeld voor het beurzenprogramma. Gemiddeld ontvingen ze een studiebeurs van 160 euro voor de eerste helft van het schooljaar. Het schoolgeld per half jaar is 270 euro. Studenten krijgen soms een aanvullende beurs, soms een volledige. Dit is altijd maatwerk.
Elk half jaar wordt opnieuw beoordeeld of een student nog steeds in aanmerking komt voor een studiebeurs.
De kosten voor de aanvullende beurs worden gedekt het uit programma ‘onderwijs voor iedereen’. Bedrijven, scholen en particulieren doneren aan de Karunia foundation die helpt met het onderwijzen van de onderwijzers. Help mee en doneer vandaag!